SkiFit

Grondmotorische eigenschappen

Om als sporter een bepaalde prestatie te kunnen leveren, zijn er verschillende aspecten die bepalen hoe dit gebeurt. Denk hierbij aan techniek, tactiek, het mentale oogpunt en lichamelijk prestatievermogen. Tijdens het programma wordt hierbij vooral focus gelegd op de techniek en het lichamelijk prestatievermogen. Het laatstgenoemde is onder te verdelen in 5 eigenschappen, ook wel zogeheten vijf grondmotorische eigenschappen. Deze eigenschappen zijn lenigheid, kracht, coördinatie, snelheid en uithoudingsvermogen. Hieronder worden de eigenschappen beschreven en uitgelegd waar deze van toepassing zijn in de wintersport.

Lenigheid
‘Men spreekt ook wel van flexibiliteit of van bewegingsuitslagen in gewrichten. Gewrichtsbeweeglijkheid is van belang om effectieve bewegingen te kunnen uitvoeren.’
Deze eigenschap is dan ook erg belangrijk in de wintersport. Bij het afdalen van een piste moeten meerdere gewrichten en spieren in harmonie het lichaam naar beneden leiden. Met name de heupen hebben hier een grote rol in.

Kracht
‘Kracht, uitgedrukt in de eenheid newton (N), is volgens de natuurkundige definitie de oorzaak van beweging of een bewegingsverandering. In de inspanningsfysiologie wordt met kracht vaak spierkracht bedoeld. Spierkracht zet het menselijk lichaam of voorwerpen in beweging. Spieren kunnen door middel van een contractie weerstand bieden aan in- en uitwendige krachten en deze krachten overwinnen. Kracht kent vele verschijningsvormen.’
Tijdens een afdaling heeft het lichaam dan ook veel krachten te verduren. Denk bijvoorbeeld bij een bewegingsverandering tijdens een bocht of het maken van een sprong. Kracht zal in dit programma dan ook de rode draad zijn van alle trainingen.

Coördinatie
‘Coördinatie heeft betrekking op de activatie en onderlinge afstemming van de activiteit van de motorische eenheden in spieren.’
Dit wil zeggen dat het zenuwstelsel de spieren in het menselijk lichaam op de juist manier aanstuurt waardoor technisch moeilijke bewegingen makkelijk en expressief uitgevoerd kunnen worden. Door het trainen van deze eigenschap zal je stabieler en soepeler van de piste af gaan.

Snelheid
‘Natuurkundig gezien is snelheid de afstand die per tijdseenheid wordt afgelegd. In de sportpraktijk wordt snelheid vaak vertaald in loopsnelheid.’
Tussen snelheid en kracht is veel correlatie. In dit programma zal de nadruk op kracht liggen en zullen we enkele uitstapjes maken naar snelheid. Hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld explosief kracht en diverse sprongvormen.

Uithoudingsvermogen
‘Uithoudingsvermogen maakt het mogelijk om een lichamelijke belasting vol te houden. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen het anaerobe uithoudingsvermogen – het uithoudingsvermogen voor kortdurende activiteiten met een zeer hoge intensiteit waarbij vooral de anaerobe energielevering wordt aangesproken – en het aerobe duuruithoudingsvermogen. Het aerobe duuruithoudingsvermogen is vooral van belang bij (intensieve) belastingen die langer dan 2 tot 3 minuten duren.’ Door de uitvoering van diverse oefeningen tijdens de training zal er aanspraak worden gedaan op zowel het anaerobe als het aerobe uithoudingsvermogen. Specifieke trainingen op uithoudingsvermogen zullen geen onderdeel zijn van dit programma. Bij wintersporten zoals langlaufen vergt dit een individuele aanpak, wat helaas niet mogelijk is binnen dit programma.